Elias - the making of ... 18

Mendelssohn en de Elias (2)

In Elias-journaal 10 zette Martin in het kort de ontstaansgeschiedenis van de Elias uiteen. Daarin is o.a. te lezen dat Mendelssohn onder grote druk – die hij zichzelf overigens had opgelegd – moest werken aan de totstandkoming van de Elias. Die druk ontstond omdat hij in oktober 1845 had toegezegd dat hij in augustus van het jaar daarop tijdens het grote Birmingham Musical Festival zou komen met een nieuwe oratorium. Schetsen ervan had hij al jaren liggen. Slechts een enkel deel had hij al helemaal uitgewerkt, namelijk het dubbelkwartet ‘Denn er hat seinen Engeln befohlen über dir’ dat hij in een a-cappella-versie in 1844 opdroeg aan koning Friedrich Wilhelm IV. Maar van een compleet en uitgewerkt libretto was nog geen sprake. Martin schrijft in journaal 10 dat er in de maanden voor de geplande première van de Elias nog grote theologische problemen ontstonden met zijn tekstschrijver en vertrouwensman Julius Schubring. Waar ging dat over? Martin vervolgt zijn speurtocht ernaar, en raakt verzeild in de boeken  van de Bijbel. 

Mendelssohn wil het Elia-verhaal van zijn oratorium binnen de context van het Oude Testament houden: het is ein Oratorium nach Worten des Alten Testaments, zoals de ondertitel ervan luidt. Na de hemelvaart van Elia heeft Mendelssohn ter afsluiting van zijn oratorium een aantal profetieën van Jesaja bijeen gezet en daarmee vanuit het Oude Testament een messiaanse verwachting of zo men wil een messiaans perspectief geschilderd/getoonzet:

Aber einer erwacht von Mittternacht,
und er kommt vom Aufgang der Sonne.

Der wird des Herren Namen predigen
und wird über die Gewaltigen gehen;
das ist sein Knecht, sein Auserwählter,
an welchem seine Seele Wohlgefallen hat.
Auf ihm wird ruhen der Geist des Herrn… 

Dit is het voorlaatste koorstuk van de Elias. De tekst is samengesteld uit 4 verschillende verzen uit het boek Jesaja; eigenlijk een soort bloemlezing van messiaanse profetieën. Teksten die je ook tegenkomt in de liturgie van Advent en Kerstmis.

Schubring vindt dat het oratorium moet afsluiten met hetgeen Jezus in het Evangelie van Mattheus tegen zijn leerlingen over Johannes de Doper zegt, namelijk dat hij (= Johannes de Doper) meer dan een profeet is. ‘Hij is van wie geschreven staat: Zie, ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor U zal bereiden…  Hij is Elia, die komen zou. Wie oren heeft, die hore.’  Elia is dus teruggekomen, maar zij (= het volk, de schriftgeleerden) hebben hem niet erkend. Elia is de wegbereider van de Messias. In het Evangelie van Mattheus kan men even verder lezen dat Jezus drie van zijn volgelingen meeneemt op een hoge berg; een berg ver weg, in de eenzaamheid. Daar verschijnen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus spraken. En dan staat er dat zij overschaduwd werden door een lichtende wolk,  ‘en zie een stem uit de wolk zei: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.’ Schubring wil de Elias met dit gegeven laten eindigen: Elia is de wegbereider van Jezus Christus, de Zoon van God.
Toch lijkt het erop dat Mendelssohn verregaand aan Schubring is tegemoet gekomen. Aan het slot van de Elias laat hij de sopraan de woorden van de twee allerlaatste verzen van het Oude Testament zingen. Je zou bijna zeggen: woorden, die het Nieuwe Testament inluiden. Het zijn woorden van de profeet Maleachi: Darum wird gesendet der Prophet Elias…

Sint Laurens, 1 augustus 2016

Illustratie: de profeet Jesaja door Marc Chagall