Elias - the making of ... 28

Paulus en Elias: werelden van verschil

Half november: het 'Mendelssohn in Zeeland' - muziekfestival is van start gegaan. Geerte (KOV), Theanne (Cantare) en Suzan (VOV), samen de PR-commissie van het festival, staan garant voor een perfecte uitvoering.
Professor Albert Clement start zijn lezingen over Mendelssohn en de grote oratoria.
Onze collega’s van de KOV Middelburg brengen in de Zeeuwse Concertzaal het oratorium Paulus.
In de Jacobskerk wordt gerepeteerd voor het tripelconcert van Vocaal Ensemble Cantare, het Zeeuws Madrigaalkoor en strijkersensemble Con Legno.
Annegeer Stumphius komt vanuit haar woonplaats München naar Vlissingen en repeteert met Jos Vogel voor het recital dat ze op 11 december geeft.
En achter de schermen maakt Joke, onze beeld- en lichtregisseur, de eerste versie van het lichtplan voor de Elias. 
Het Mendelssohn-festival werkt ook als een grote spanningsboog: aan het einde ervan staat de Elias. Alle weken zijn nu geteld.
Martin luistert geboeid naar het college dat professor Clement samen met twee bijna afgestudeerde  studenten geeft over het oratorium Paulus. Zij gaan dieper in op onderwerpen die hij in het afgelopen jaar in deze journaals heeft beschreven. Hieronder weer zijn verslag.

In de afgelopen jaren heb ik twee keer de Paulus mogen zingen. In 2010 was het mijn eerste VOV-concert, in de Jacobskerk onder leiding van Pim Overduin. Buiten lag een heel dik pak sneeuw, wel 30 cm, de nacht er voor gevallen. Omroep Zeeland riep iedereen op om op die laatste  zaterdag voor Kerstmis vooral niet op pad te gaan. Dat was Pim te gortig: hij belde met de studio en werd meteen in de uitzending gebracht. Natuurlijk moest iedereen (nou ja …) naar de Jacobskerk komen! En dat kon ook: het orkest uit de Randstad was keurig op tijd voor de generale repetitie ‘s middags. En de alt Margareth Beunders reisde die ochtend zonder problemen vanuit Twente naar Vlissingen.
Gelukkig kwamen er toch nog iets meer dan 300 mensen. Voor de penningmeester een tegenvaller.
In november 2015 zing ik mijn tweede Paulus, weer onder leiding van Pim Overduin, maar dan als gastzanger van de COV Kapelle. Pim was daar inmiddels ook dirigent geworden. Het wordt een uitvoering die je ook niet meer vergeet: de jonge sopranen van Kapelle geven vleugels aan het koor. Zij zingen in Bachiaanse stijl de cantus firmus bij de koralen. Klinken er bovenuit, en wij ( = de andere stemmen) leveren de onderbouw.

De koralen zijn kenmerkend voor de Paulus. De koralen geven er structuur aan. Ook al zijn het er maar een paar; als het koraal komt is het hét Momentum; inderdaad, voor Mendelssohn met een hoofdletter. Ik kan me voorstellen dat je, helemaal zoals Bach het ook bedoeld heeft, die koralen wil meezingen. De koralen zijn immers de grote kerkliederen die Luther bijeen is gaan brengen, en ook zelf schreef. Geordend naar de tijd van het kerkelijk jaar worden ze door de (kerkelijke) gemeente gezongen. Als ‘geboren’ lutheraan zitten ze in mijn dna gebakken. Daarom is de opening van de Paulus ook zo begeesterend. Direct, bij de eerste orkestrale inzet bloeit daar het koraal ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme …’ op. Maar je moet tot halverwege het eerste deel van de Paulus wachten, voordat je het mee mag zingen.
Mendelssohn doet hetzelfde in zijn 2e symfonie, ‘das Lobgesang’ genoemd. Het orkest opent ook hier direct met de melodie van het grote koraal ‘Alles, was Odem hat, lobe den Herrn’. Hij laat het orkest daar vervolgens tal van variaties op spelen, gaat over op andere thema’s, om er in één grote opmaat op terug te keren, een opmaat voor het koor, die het dan ten volle zingt. Onze Sliedrechtse collega’s gaven - ook in deze Mendelssohn-maand -
een doorleefde uitvoering van de 2e symfonie met de sopraan Claudia Pataca in de hoofdrol.

En de Elias?
Een wereld van verschil! Geen koralen, geen herkenbare of gekende kerkliederen. Een muzikale opening met dreiging en vloek, met een orkest dat vervolgens sombert in de lage snaren, en langzaam ploetert naar een climax, een climax die het orkest niet geeft, maar komt met de schreeuw van het koor: ‘Hilf, Herr!'
Voor koralen is er in de Elias geen plaats, ook al gebruikt Mendelssohn vele psalmteksten,die in zijn tijd allemaal allang in prachtige kerkliederen waren ondergebracht. Maar Mendelssohn vindt dat koralen de dynamiek van het verhaal over Elia verstoren. Als je de partituur goed bekijkt zie je telkens aan het einde van een koor of een aria het woord attaca staan, of zelfs een enkele keer attaca subito. Het betekent dat men (= de dirigent) onmiddellijk moet verder gaan met het volgende deel. De handeling mag niet worden onderbroken. 
Is de Elias zonder bekende koralen dan muzikaal bezien een melodie-armer stuk? Integendeel, Mendelssohn heeft in zijn Elias eigenlijk de basis gelegd voor nieuwe kerkliederen; korte en krachtige melodieën, waarvan in het vorige journaal voorbeelden zijn gegeven. Melodieën, die hij kennelijk al in zich droeg, want hij heeft in zeer korte tijd de Elias moeten afmaken. Met de teksten van de Elias is Mendelssohn jaren aan de slag geweest, de muziek vloeide zo uit zijn pen.  
Bij mijzelf valt op dat ik die kleine muzikale frases bij het boodschappen doen loop te neuriën. Het zijn muzikale zinnen die je nu toevoegt aan een dieper gelegen muzikaal geheugen. Het stemt je blij en dankbaar.

Sint Laurens, 19 november 2016

Afbeelding: Felix Mendelssohn – Bartholdy, 1847, geschilderd door zijn zwager Wilhelm Hensel