Elias - the making of ... 6

Op zoek naar Elia (1): Elia en de wet

In dit journaal begint Martin zijn speurtocht naar Elia.

In de Elias wordt het Oudtestamentische verhaal over de profeet Elia verteld / gezongen. Zijn leven speelt zich af in het post-Davidische tijdperk. Na koning David en zijn zoon Salomo treedt het verval op in de relatie tussen het volk van Israël en – in bijbelse termen - de enig levende God, waarvoor Salomo de tempel bouwde, met daarin de Ark van het Verbond.
Elia is profeet. Hij heeft de opdracht gekregen om het volk van Israël dat zich, net zoals zijn koning Achab, heeft afgekeerd van de enig levende God te waarschuwen. De profeet verwijst naar de wet, en in de wet staat het eerste en grote gebod, gegeven aan Mozes:

Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
(tekst van de Statenvertaling).

Binnen de christelijke traditie spreken we hier over de 10 Geboden. Het zijn imperatieven. Binnen de joodse traditie omvat de wet meer dan alleen de 10 Geboden. De eerste 5 bijbelboeken Genesis t/m Deuteronomium tezamen worden daar de wet, de Thora, genoemd. Thora betekent ook: onderwijzing, leer, opdracht, (levens-)wegwijzer.  Martin Buber, de beroemde joodse filosoof en bijbelvertaler uit de vorige eeuw, sprak over de Fünf Bücher der Weisung.
En één van de bekendste joodse feestdagen is de Vreugde der Wet, de dag dat in de synagoge het laatste vers van het boek Deuteronomium uit de Thora wordt gelezen en na de Thora-rol al dansend te hebben rondgedragen begint de lezing van de Thora opnieuw en dan weer met het eerste vers van Genesis.
Hoe kan het volk van Israël zich afkeren van de wet die vreugde geeft? Van de wet die Weisung is?
Elia zit ermee. Het volk ervaart een afwezige en niet een levende God; het volk wil brood en spelen, het zoekt zijn heil in het Baäl-spektakel.Tegen de achtergrond van de Thora en het grote gebod spreekt Elia woorden die onvermijdelijk lijken te zijn.

Sint Laurens, 14 februari 2016